Ton van der Walle uit Beerta wordt tweede in de middaglossing van SMN in 2012.
Geplaatst: 22-10-2012
Inleiding.
Nogmaals werd ik gevraagd door Wim van Dorrestein een reportage te maken van een overwinnaar uit het hoge noorden. Beerta was het doel waar Ton van der Walle woont en duiven houdt. Simon Kuipers was niet beschikbaar omdat hij het noorderlicht opzocht en daarom ben ik alleen gegaan, met bloemen en fototoestel, om de felicitaties over te brengen namens SMN en om iets wetenswaardigs aan het papier toe te vertrouwen over Ton van der Walle, zijn duiven en vooral hoe zijn duiven tot deze prestaties zijn gekomen. Immers, tweede van de middaglossingcompetitie van SMN is geen sinecure en vooral ook dat je daarbij in beschouwing neemt dat dit met verschillende duiven is gerealiseerd.
Beerta.
Gelegen in het noordoosten van de provincie Groningen. Het dorp Beerta heeft al een lange geschiedenis. In de 11e eeuw is het dorp ontstaan op een zandrug van het schiereiland van Winschoten. De naam Beerta is afgeleid van de 13e eeuwse naam ‘Berethe’. Dit is min of meer afgeleid van Bêre (huis of schuur). Tot aan de Dollardvloed van 1277 maakte het klooster Beretha deel uit van de nederzetting. Na de stormvloed is de plaatselijke bevolking aan de slag gegaan met de inpoldering van het gebied. Dit bracht het nodige vruchtbare kleiland op. Dit werd een goede bron van inkomsten. Het gebied werd rond 1860 zo welvarend, dat de streek Beerta tot één van de rijkste gebieden van het land ging behoren. De welvaart in de 19e eeuw zorgde voor veel monumentale Oldambtster boerderijen. De vermogendheid onder de boeren, zorgde ook voor verschillen tussen arm en rijk. De landarbeiders werden door de boeren afhankelijk gemaakt. Dit zorgde in het begin van de 20e eeuw voor de nodige onrust. Het grote verschil tussen arm en rijk heeft min of meer de hele 20e eeuw een grote rol gespeeld. Mede daarom vond het communisme een goede bodem in Beerta. In de jaren vijftig van de twintigste eeuw was er zelfs een communistische meerderheid in de gemeenteraad. Dit was destijds voor de regering aanleiding om de gemeenteraad buiten werking te stellen en te vervangen door een "regeringscommissaris". In 1982 was Beerta de enige gemeente in Nederland met een communistische burgemeester; Hanneke Jagersma was de eerste en tevens laatste CPN-burgemeester. Het is nu een rustig dorp gelegen langs een prachtig aangelegd meer (Blauwe Stad) waar het goed vertoeven is. Voor iedereen waard om eens te bezoeken.
Ton en Petra van der Walle.
Aan de Oude Weg 35, achteraf gelegen en alleen bereikbaar via een eenvoudige rijlaan, wonen Ton en Petra. Aan de rand van de grote polders met de vruchtbare klei wordt de duivensport bedreven. Als gezinssport, nou nee. Petra gedoogt de postduiven en het is Ton zijn hobby en dat gaat prima; ieder zijn hobby. Ton heeft bijna zijn hele leven duiven gehad, behalve in de periode 1998 tot 2003. Voor 1998 nam Ton deel aan het programma en hij heeft grote successen gehad bij de toenmalige Duitsland vluchten uit Hof, München en Helmstedt. Dat waren nog eens tijden waar met vele duiven van een straffe vlucht uit Duitsland gespeeld konden worden. Ton is psychiatrisch verpleegkundige in Winschoten. Dit betekent dat hij mensen begeleidt die langdurig complexe zorg nodig hebben. Aan hem de taak om de regie over deze zorg te voeren samen met de andere ketenpartners. Een leuke en vrije job die hem veel plezier geeft.
Je kunt zien en merken dat ze helemaal hun plek hebben gevonden in Beerta; rust, vrijheid, gele koolzaadvelden en een ruime omgeving met een verre horizon en fantastische ‘luchten’. Een plek waar mens en dier zich goed voelen. |

|
Om mijn vraag hoe Ton in aanraking is gekomen met de duivensport komt het antwoord dat dit via zijn vader is gebeurd. Hij mocht duiven hebben, maar moest ze wel goed verzorgen. Zo is het gebeurd dat nadat de verzorging niet goed geweest was zijn vader hem verbood langer duiven te houden. Dan werden de duiven van de hand gedaan, maar zodra deze weer terug kwamen bij het ouderlijk huis begon het verhaal steeds weer van voren af aan. Dit heeft zich een aantal keren herhaald, maar de passie was geboren en bleef.
De accommodatie.
 |
Ton heeft een hok met een lengte van ongeveer 11 meter. Hij heeft twee afdelingen voor de oude duiven waar maximaal 24 koppels vliegduiven worden gehouden. Ton heeft er wel eens een aantal bakken uitgehaald om te minderen, maar dat was steeds van korte duur. Daarnaast een kweekhokje waar 14 koppels kwekers huizen. De jonge duiven vinden hun plaats in een hok met een open voorfront. Het hok voor de vliegers is goed geïsoleerd en voorzien van warmteplaten die reageren op een hygrometer. Een droge omgeving vindt Ton belangrijk. Ook een schone omgeving vindt hij belangrijk en daarom wordt in de vliegperiode zeker twee keer en in de winterperiode één keer gepoetst. Keurige degelijke hokken in een wijds, ruim en luchtig landschap.
|
De verzorging.
In de winterperiode worden de duiven goed verzorgd en alleen in de weekeinden los gelaten. Af en toe heeft hij last van de roofvogel. Tijdens deze periode krijgen de duiven het goedkoopste voer wat er is en een grote hoeveelheid gerst en gedurende het vliegseizoen het duurste voer wat er is. Het soort voer is verschillend. Ton koopt datgene wat een hoge omloopsnelheid heeft en wat kwalitatief goed is. Aan het voer mogen geen vetten zijn toegevoegd. Verder worden er veel, heel veel pinda’s verstrekt. De pinda’s moeten een gladde schil hebben en wit van binnen. Verder geen gesodemieter met knoflook of andere natuurproducten. Wanneer de duiven iets mankeren is het motto dat er snel moet worden ingegrepen. Wanneer Ton de duiven niet helemaal goed heeft zitten worden er medicijnen gebruikt in overleg met de dierenarts. Probleem is wel dat er in de regio geen gespecialiseerde dierenartsen zijn en dat er altijd een hele reis ondernomen moet worden om een goed antwoord op de vragen te krijgen.
Verder gebruikt Ton ook veel kanariezaad, veel grit wat dagelijks los op de vloer wordt gegeven samen met kuikenmineralen omdat dit het goedkoopste is en net zo goed. Af en toe krijgen de duiven een tabletje biergist. In het algemeen is hij een slechte afnemer van bijproducten. Eens inde zoveel tijd gaat hij wel eens een mengeling maken van pinda’s (gemalen), zuigelingenmelkpoeder, eieren en kanariezaad. Dit wordt eerst even getest op de kwekers en wordt dan aan de andere duiven gegeven. De duiven worden er goed van.
De speelmethode en de voorbereiding.
Ton speelt zijn duiven altijd op nest. Er wordt op 1 april gekoppeld en dan worden de duiven naar de geschikte standen op de geplande vluchten toegewerkt. Dit kan wel eens betekenen dat ze eens moeten ‘overbroeden’ of dat ze een week worden gescheiden. Naar zijn mening presteren de duiven het best op kleine jongen. Dit geldt trouwens niet altijd want op de vlucht Ruffec had Ton ze mee gegeven op kleine jongen en toen kwamen ze niet vroeg. Op Orange werk gespeeld op eieren en toen kwamen ze wel vroeg. De duiven gaan in principe elke week mee op de vluchten. De overjarige duiven worden wel eens thuisgehouden, maar de jongere garde gaat toch vaak mee om trainingsarbeid te verzetten.
De duiven.
Ton heeft duiven van verschillende goed spelende liefhebbers op de overnacht. Zonder anderen tekort te willen doen wil hij de volgende namen wel prijsgeven. Hij heeft goede van Jelle Posthumus uit De Wilp, van Henk de Bree uit Soest heeft hij goede en hij is ook in het bezit van twee goede kweekduiven van Jelle Outhuyse uit Harlingen. Enkele toppers hebben zich dit jaar ook weer gemanifesteerd. Zo is daar de 2008-1935115, een duivin, die zijn eerstgetekende van Albi was en nationaal 17/1.966 vloog en dus de SMN-punten binnensprokkelde. Deze duivin vloog ook al eens een eerste nationaal op Cahors. Op St. Vincent was het de 2008-1935155 die met een 18/1.101 als tweede getekende voor de SMN-punten zorgde. Op Cahors was een oudje van stal gehaald en wel de 2007-1095348 die met een 43/3.128 en als tweede getekende een prachtig aantal SMN-punten binnen haalde. Al met al waren deze resultaten goed genoeg om als tweede over het jaar 2012 te eindigen. Daar de winnaar alle punten heeft binnengehaald met één duif, is het misschien te stellen dat Ton eerste is geworden in het klassement met allemaal verschillende duiven!
Afsluitend.
Ton van der Walle uit Beerta; een gedreven duivenliefhebber met een visie op duivensport en die de doelstellingen duidelijk en helder formuleert en deze doelstellingen probeert te bereiken. Via een beredeneerd principe duiven houden en deze duiven laten excelleren op bepaalde vluchten. De basis is een aantal klasse duiven die weten wat kopvliegen is. Verder is Ton zuinig op zijn duiven. Wanneer er maar enigszins twijfel is aan de forme of de gezondheid dan wordt een duif niet mee gegeven. De duiven moeten een kopprijs kunnen vliegen en voor minder doet Ton het niet. Hij laat zilver liggen om goud te behalen en dat is een goed streven. Dat het dan ook lukt geeft hem grote voldoening en daar is hij trots op. Straks op 27 oktober zal hij het podium terecht mogen bestijgen. Dan grijpt hij zilver, maar reken er op dat het best nog eens kan zijn dat hij de komende jaren goud haalt.
Zilver is in 2012 echt iets om trots op te zijn. Op de bijna grootste afstand op de vluchten in Nederland liefhebbers verslaan die zeker 200 kilometer korter vliegen is een geweldige prestatie en dat wil ik aan iedereen meegeven, ‘Het is dus mogelijk’ en dat kan alleen als je meedoet!
Over het lossingbeleid wilde Ton nog kwijt dat het uitgangspunt moet zijn dat een middaglossing een middaglossing moet zijn en alleen in bijzonder extreme gevallen zou er een morgenlossing van gemaakt mogen worden en dan alleen wanneer het ten voordele is van de duif want een week op een lossingplaats bivakkeren is ook niet goed.
Met deze afsluitende wijze woorden van Ton zien we hem op 27 oktober terug en dan kunnen we hem feliciteren met zijn geweldige prestatie!

Auteur: Aike Jan Veninga
<<< Terug