De website van Marathon Noord gebruikt cookies (en andere technieken) en verzamelt daarmee informatie over het gebruik van de website onder andere om deze te analyseren en te verbeteren en om er voor te zorgen dat je voor jou relevante informatie te zien krijgt. Door gebruik te maken van deze website of door hieronder op akkoord te drukken, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies en het verzamelen van informatie aan de hand daarvan door ons en door derden op de website van Marathon Noord.

Stichting Marathon Noord
Marathon Noord op Facebook Marathon Noord op Youtube Marathon Noord op Twitter

Weblog Gerard Schalkwijk 04-07-2020

Geplaatst: 4-7-2020

10 handige duivenweetjes

Dit hadden we wellicht al veel eerder moeten doen… In dit blogartikel zetten we 10 duiven-weetjes op een rij die iedere duiven-expert eigenlijk moet kunnen dromen! Wij staan soms zelf ook versteld hoe simpel of logisch een bepaald feit is, en toch wisten we het niet. Er is ook zoveel te leren over onze gevleugelde vrienden.

We zijn benieuwd of jij deze weetjes al wist. Zo niet: doe er je voordeel mee! Daarnaast zijn deze tips ook interessant voor nieuwe duivenliefhebbers. Hoewel in Nederland en België vergrijzing plaatsvindt binnen de sport, komen in Oost-Europa steeds meer jonge liefhebbers naar de evenementen toe. Hopelijk waait deze trend over naar het Westen.

Daarom voor beginners en experts een overzicht met interessante en belangrijke duivenweetjes. Je leert vooral waar je op moet letten om een topduif te herkennen.

1. Wat betekent een “roek”?

“Roek” is een eenkleurige duif, dus een duif zonder extra tekening of patroon. Voorheen stonden de roeken ook in de standaard vermeldt maar dat is wat achterhaald. Het kan wel zijn dat een “roek” een soort banden heeft. Dat rekenen we alsnog als eenkleurig.

2. Wat is de lichaamstemperatuur van een duif?

De gemiddelde lichaamstemperatuur van een duif ligt tussen de 41-42 graden celsius. Bij een grote inspanning stijgt de temperatuur tot boven de 43 graden. Arnfinn Aulie heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar de lichaamstemperatuur in relatie tot de prestaties van een duif en kwam erachter dat een duif stopt met inspannen indien de lichaamstemperatuur 44,1 graden celsius bereikt.

3. Welke typen duivenlichamen zijn er?

Er zijn drie typen duivenlichamen. Type A komt het minste voor en dit zijn doorgaans de sprinters en midfond racers. Je herkent ze aan het uitstekende borstbeen. Type B zijn de midfond en dagfond racers. Zijn hebben een soort peervorm. Je herkent ze aan de zwellende / dikke spieren rond het borstbeen, waardoor het borstbeen ingevallen lijkt. Type C zijn meer rondachtige duiven en zijn geschikt voor alle typen races. Zij zijn het enige type dat ook geschikt is voor marathons. Ook hen herken je aan het borstbeen. In hun geval liggen de spieren en het borstbeen egaal aan elkaar. Als je daar met de punt van je vingers langs strijkt voel je niet goed een overgang van de ene zijde naar de andere zijde.

4. Wat is belangrijk aan de duivenvleugels?

Een topduif herken je goed aan de vleugels. Wat ons betreft zijn de laatste vier slagpennen het belangrijkste. Bij sommige duiven zit er weinig ruimte tussen deze veren en overlappen ze elkaar soms. Het is juist belangrijk dat hier wat ruimte tussen zit. De ventilatie zorgt voor een aerodynamisch voordeel omdat de langsstromende lucht (door wind of snelheid) beter wordt gespreid en door de bredere banen tussen de veren wordt weggeleid. Daarnaast betekent de ruimte ook meer spreiding dus meer oppervlakte om de lucht weg te slaan.

5. Dus hoe meer ruimte tussen de veren hoe beter?

Nee. De sprinters hebben vaak een iets grotere spreiding. Maar over het algemeen zijn de vleugels relatief smal. Hoe groter de vleugels, hoe meer gewicht en ook hoe meer energie de duif verbruikt bij het klappen van de vleugels. Let vooral op de afstand tussen de laatste vier slagpennen. Afstandsduiven hebben vaak een minder grote spreiding dan de sprinters.

6. Dus alleen de uiteinden van de duivenvleugels zijn belangrijk?

Nee. Het gaat niet alleen om de grote van de vleugels maar ook om de balans en de stand van de slagpennen. Kijk bijvoorbeeld goed of de 1e en 2e slagpennen aan iedere vleugel even lang zijn en even ver uit elkaar staan. Als er een minimaal verschil in zit, is de duif al uit balans en dat heeft impact op de prestaties. Daarnaast moet de 2e slagpen de 1e overlappen. Het staat licht gebogen naar het lichaam toe en overlapt (denk aan dakpannen) dus de 1e slagpen.

7. Waarom zit er een vetvlek tussen de 8e & 9e slagpen?

Deze vetvlek moet je vooral niet per ongeluk wegpoetsen bij het vasthouden van de duif. Dit is een heel strategische plaats waar de duif vet opslaat. Vanaf deze plaats wordt het vet tijdens het vliegen verdeeld over de andere veren. Op die manier houdt de duif zijn verenpak sterk en gezond. Door vocht en viezigheid kunnen de veren verwaarlozen of vervormen. Het vet zorgt juist voor een hydrophobisch effect. Het stoot daarmee vocht af en, als er viezigheid op de veren zit, wordt dit door het vocht direct meegenomen.

8. Welke vorm moeten de duivenvleugels hebben?

De vleugels moeten een parabolische vorm hebben. Aan de onderkant moeten de vleugels zo egaal mogelijk zijn, dus niet hol of bol. Aan de bovenkant moeten de vleugels juist bol zijn met de bolling aan de voorkant. Op die manier wordt de lucht op een voordelige wijze verdeeld. Het oppervlakte aan de onderkant van de vleugel is korter dan aan de bovenkant. Dat betekent dat de wind aan de onderkant een kortere weg aflegt dan aan de bovenkant van de vleugel. De lucht stroomt dus sneller langs de onderkant, wat resulteert in een opwaartse beweging. De duif blijft zo makkelijk in de lucht en hoeft zich minder in te spannen om te vliegen.


9. Moeten de duivenvleugels zo recht mogelijk zijn?

Nee. De laatste vier veren van de vleugel zouden een buiging naar boven moeten hebben. Door deze buiging slaat de duif de lucht naar achteren in plaats van naar beneden. Door deze kromming kan de duif dus snelheid maken. Let op dat dat niet betekent dat hoe groter die kromming is of hoe langer de veren, hoe beter. Integendeel. Een te grote kromming kan juist afdoen aan de functie en te lange veren in verhouding tot het lichaam betekent weer teveel gewicht. Alles moet dus goed in balans zijn.

10. Wat betekenen goed ontwikkelde spieren?

Er zijn twee ontwikkelingen mogelijk. Als de spieren kort en dik zijn, betekent dit dat de duif veel explosieve kracht heeft. Dit zijn doorgaans goede sprinters. Duiven met lange spieren hebben vaak meer uithoudingsvermogen en zijn betere marathon duiven. Let bij het selecteren van een duif dus niet alleen op de grootte en dikte van een spier maar ook op de lengte ervan. Er wordt ook wel eens over de lengte van het borstbeen gesproken, maar dat heeft geen invloed op het type duif. Een duif kan een kort borstbeen en lange spieren hebben en een lang borstbeen met korte spieren. Uiteindelijk gaat het om de spieren.

Zo heb je weer een heleboel duivenweetjes op een rij die jou ongetwijfeld gaan helpen om het duivenlichaam beter te begrijpen. Heel veel succes!

 

<<< Terug

Sponsors

Agenda


zaterdag 26 oktober 2024
Feestmiddag en Kampioenenhuldiging 2024
Lees meer >