Moderne of ouderwetse melker?

Een leuke vraag en nuttig om af en toe aan jezelf te stellen:
”Ben ik nou een ouderwetse of ben ik nou een moderne melker?”
Hoewel duivensport  voor 80 %  “een oude mannen hobby” is, wil dit niet betekenen dat een succesvolle beoefening van de duivensport afhankelijk is van oude ideeën en denkbeelden en van routine en ervaring. Het tegendeel is vaak het geval. Er zijn natuurlijk veel wetenschappelijke ontwikkelingen die we kunnen gebruiken, maar over het algemeen leren we veel, zo niet het meest,  van elkaar. Zowel in positieve, als in negatieve zin. De kunst is om onderscheid te kunnen maken tussen wat goed te gebruiken is en wat niet. Hierin kan de wetenschap vaak ondersteunen.
Verkeerde inzichten en gewoontes kunnen  succes in de weg staan en zijn vaak moeilijk af te leren. Een mooi voorbeeld van omgaan met dit besef kregen we jaren geleden al, van Gerard Koopman, toen hij wat groter werd en een nieuwe hokverzorger nodig had. Dit zou iemand moeten zijn met veel ervaring, die super gepresteerd had. Kortom een echte topper in de duivensport; dachten wij allemaal.        Maar nee hoor, Gerard had liever iemand zonder ervaring  in de duivensport! Zijn redenatie was als volgt:  de nieuwe soigneur zou weliswaar heel veel moeten leren, maar hij hoefde in ieder geval niets af te leren. Ervaring wordt vaak gevraagd bij het invullen van allerlei vacatures. Er staat alleen niet altijd bij wat voor kwaliteit of soort ervaring, terwijl dit wel erg belangrijk is.        Iemand zonder ervaring kan in ieder geval niet ouderwets aan een klus beginnen. (maar hij kan het wel worden)

Een ander prachtig voorbeeld vind ik nog altijd de gebroeders Brugemann uit Assendelft. Ze hadden ooit een fantastisch nieuw hok bovenop het kaaspakhuis gebouwd en toen het klaar was werd alle droge mest, veren en stront uit de oude hokken in plastic zakken geschoven en in het mooie nieuwe hok gedumpt. Op zich heeft dit natuurlijk niets met modern of ouderwets te maken; ik zou het eerder onorthodox willen noemen. Maar ze maakten wel school met hun “ droge mest methode”, die op zich natuurlijk wel ouderwets is. En ze kregen veel navolging. Alhoewel dat natuurlijk weer vooral te maken had met hun fantastische prestaties. Maar misschien werd het ook gezien als “het bewijs” dat de droge mest methode niet slecht kon zijn. Wie zal het zeggen?
Iets wat we allemaal wel van “die oude melkende mannen” (waar ik zo langzamerhand ook bij begin te horen) kunnen leren is: gewoon doorgaan, niet bij de pakken neer zitten, volhouden en incasseren. Maar ook:  blijven genieten. Want als je dat niet kunt hoef je er niet eens aan te beginnen, dan kon je het eerste jaar niet door. Echte toppers in de duivensport hebben vaak veel bagage en weten ook veel van duiven. Maar ze weten ook dat ze het meeste niet weten en ze zijn vaak de eersten die dit toe willen geven. 
En dat is volgens mij het begin van de moderne melker: het kunnen omgaan met onzekerheden en niet teveel aan dogma’s vasthouden.
Als dit gepaard gaat met het op waarde kunnen inschatten van nieuwe informatie dan denk ik dat je aardig op de  moderne weg bent.
Oude gewoonten in de sport zijn vaak verbonden aan mooie verhalen van vroeger en het is mijn idee dat deze oude verhalen er heel veel toe doen als het gaat om de aantrekkelijkheid van de sport. Ook helpen ze bij dat volhouden en dat incasseren van tegenslagen. Ook vandaag nog!!
Een mooie combinatie van ouderwetse folklore en moderne duivensport trof ik vorig jaar aan in NIC Borne bij het inkorven voor Nationaal Barcelona:  een goed bereikbaar en modern opgezet centrum, waar veel plaats en aandacht is voor:

• Gezelligheid.
• Efficiëntie
• Corona proof inkorven ( tot in de puntjes geregeld.)
• Veel oude bekende gezichten, maar ook veel nieuwe gezichten  en ook dat is erg verfrissend.
• Digitaal afrekenen
• Een duivenverloting en lekker eten en drinken. Wat wil een mens nog meer?

Jaaah…… een vroege duif draaien op Barcelona……maar dat willen we allemaal. En niet iedereen kan vroeg spelen.
Nog even naar de moderne melker en wat die volgens mij moet doen.

• Hij blijft wakker en let op.
• Hij neemt niet alles wat een ander zegt klakkeloos over
• Hij blijft zelf nadenken.
• Hij maakt op bewijs gebaseerde beslissingen.
• Hij vertrouwd niet teveel op zijn gevoel.
• En…….heel belangrijk…….hij heeft een doel, want als je niet (meer) weet wat je wilt bereiken, dan zul je dat ook niet bereiken.

Uitspraak Albert Einstein:
“Als we blijven doen wat we altijd al deden, zullen we dezelfde resultaten krijgen als die we altijd kregen.”

Uitspraak van mij:
“Gezelligheid en succes, modern en ouderwets, hoeven elkaar niet in de weg te staan in de duivensport van vandaag en ze kunnen elkaar zeker versterken.”

Ton van der Walle.