Selectiedroom (Weblog Ton van der Walle) Geplaatst: 22-1-2021 |
Vanmorgen werd ik op de gebruikelijke tijd wakker. Starend naar het plafond realiseerde ik mij dat ik over Piet de Weerd had gedroomd. Hoe dat nu precies kon gebeuren weet ik ook niet, toch is het gebeurd. Dromen zijn bij mij over het algemeen nogal vluchtig, deze was nog haarscherp. Om hem niet te vergeten besloot ik de droom direct op te slaan in dit artikel. De aankomst. Afspraak was dat Piet, die onderweg was naar Hamburg, bij me langs zou komen voor een exclusief interview. We hadden afgesproken dat alles gevraagd mocht worden. Een dikke donkere Mercedes taxi rolde rustig over mijn oprijlaantje en kwam vlak voor het kanaal achter mijn huis tot stilstand. Een bejaarde man, een bril met dikke glazen dragend, stapte uit en de taxi verdween direct weer. Wat verder op viel was dat hij zich ondersteunde met een wandelstok en dat er een paar zeer pientere ogen achter die dikke brillenglazen de wereld in prikten. Hij kwam op me af, we schudden elkaar de hand (in dromen mag dat nog gewoon) en het leek wel of we elkaar goed kenden. Natuurlijk heb ik veel van hem gelezen. Je zou zo niet zeggen dat ik hem nooit heb ontmoet. Het interview. We gingen in de zon op het terras zitten. Piet in de schaduw van de parasol en er was koffie met ` Groninger koek. Omdat we hadden afgesproken dat ik hem alles mocht vragen begon ik direct met de meest gemene vraag die ik in huis had. `´Piet waarom speelde je zelf nooit met duiven´? ‘ Nou’, zei Piet, ‘dat is niet helemaal waar, want in het begin heb ik mij zeker met de uitvoering bezig gehouden. Maar goed het grootste gedeelte speelde ik niet omdat ik een veelgevraagd selecteur ben en dus veel onderweg. Omdat ik niet zo van dit onderwerp houd, zal ik met een tegenvraag reageren en als je die beantwoord hebt laten we daarna het onderwerp rusten. Ok? ‘ Direct al, neemt hij de touwtjes in handen, dacht ik. Cruyff. ‘ Waarom werd Johan Cruyff nooit bondscoach van het Nederlands elftal?’ vroeg Piet. ‘Nou’, zei ik vrijpostig, ‘ omdat zijn status op voetbal gebied zowat gelijk lag aan die van Onze Lieve Heer. Hij kon alleen maar reputatieschade oplopen hij als in de praktijk verder ging dan wijze raadgevingen en tactische tips.’ Piet zag hem aankomen en kopte direct in. ‘O.K , begrijp je het nu?’ zei hij weer, ‘en dan gaan we nu verder met je volgende vraag!’ Even was ik stil. “Fingerspitzen” ‘Piet, hoe kan het dat jij overal de crack’s er zo uitpikt, terwijl niemand dat eigenlijk kan?’ “ ‘Nou,’zei Piet,’ ik heb vele tienduizenden duiven geselecteerd en evenveel kweekparen samengesteld, dus heb ik veel ” fingerspitzengefuhl’ ontwikkeld. Eigenlijk ben ik specialist geworden. Dat krijg je als je ergens heel veel mee bezig bent. Dan wordt je steeds beter. Je moet veel focus hebben, maar tegelijkertijd moet je ook heel breed kunnen kijken”. ‘Dat snap ik niet zo goed Piet, kun je dat uitleggen?’ ‘Zeker’ zei Piet.’ Waar krijg je mee te maken als je ergens gevraagd wordt duiven te selecteren?’, vroeg Piet zichzelf hardop af en meteen antwoordde hij.’ Melker, omgeving, hok en hokomgeving, duiven etc. etc. Allemaal onderwerpen waarop je per onderwerp heel erg kunt focussen. Je kunt dan heel erg de diepte in gaan. Maar hoe zinvol zal dat zijn als je bij je focus op de liefhebber al vrij snel info hebt over hoeveel hij weet en hoeveel hij eigenlijk nog wil weten?. Sommigen horen je niet eens, omdat ze het zelf allemaal eigenlijk wel weten. Al die externe onderwerpen kunnen een jungle vormen waarin je verdwaald. Dus moet je je per onderwerp een pad banen. Is het iemand die eigenlijk niks wil weten? Ga dan gewoon voor jezelf verder . Het is per slot van rekening een mooie oefening die je kan doen om intern de zaak op orde te houden.’ Intern, extern. ‘Hè Piet, nou snap ik er niets meer van. Extern en intern hoe zit dat?’ ‘Nou extern, dat heb ik al een beetje verteld, maar intern daarmee bedoel ik mijn bekwaamheid als selecteur. En ook dat is weer een wereld op zich waarin je breed kunt gaan en waarin je kunt focussen. Daarnaast moet je verbanden kunnen leggen tussen de verschillende gebieden. Intern, maar ook intern, extern.’ ‘Verklaar je nader Piet!’ Schakelen. ‘Nou, even een voorbeeld van het schakelen tussen intern en extern: je bent bij een wat oudere liefhebber, maar dat is tegenwoordig bijna altijd zo; en hij draagt geen bril. Dan kijk je naar stuitluis, schachtluis, veermijt,bloedluis... exoparasieten om het zomaar te zeggen. Als de liefhebber een licht shirt draagt, kijk je daar ook even, vaak zie je ook daar wat rondscharrelen als er sprake is van bijvoorbeeld luizen. Als je dan ook nog weinig dons in het hok ziet en veel platte mest, dan heb je dus te maken met een melker die zichzelf al bij voorbaat benadeelt omdat hij dingen over het hoofd ziet......wat overigens niet wil zeggen dat hij niet eens een vroege prijs kan draaien. ‘En als je nou op fingerspitzengefuhl een topper tegenkomt en je wil het zeker weten?’ Kijken en doorvragen. ‘Nou’ zei Piet, ‘dat is heel simpel. Je vraagt gewoon wat zo’n duif gepresteerd heeft....en je vraagt door over de prestaties... op de vluchten, maar ook in de kweek en in de directe familie.....maar belangrijker nog, je kijkt breed en weet door de manier waarop de duif je gepresenteerd wordt al heel veel over wat de liefhebber zelf van deze duif vindt. En dat is heel belangrijk terrein, want de liefhebber ziet de duif vanaf zijn geboorte af aan elke dag en die weet dus veel meer over die duif dan ik. Als die liefhebber een wilde uitval doet om een duif te pakken en hem dan nog net niet de veren uittrekt, hier niets over zegt en bij het overhandigen van de duif al weer op zoek is naar de volgende die hij kan presenteren, dan weet ik al vanaf het moment dat ik de duif aanpak, dat het niks is. Ook al is hij nog zo subliem in de hand. Maar meestal gebeurt dit niet zo. Als de duif werkelijk subliem is wordt hij vaak ook zo gepresenteerd. Ze zijn dan doodsbenauwd om de duif te beschadigen en elk veertje dat verkeerd zit wordt weer recht gelegd en gladgestreken.’ Langzaam maar zeker begin het mij al te duizelen. Wat vertelt hij veel en hij houdt ook alles in de gaten dacht ik en wat hoef je eigenlijk weinig van een duif te weten en kun je toch al veel info over het dier en de melker krijgen. Zichtbare kwaliteiten. 'Piet, je vertelt veel en het begint bij mij al wat over te lopen. Kunnen we ons nu even beperken tot de zichtbare kwaliteiten van topduiven?' ’Jaaahh’ zei Piet, ‘daar kan ik me wel toe beperken....maar ik kan er ook boeken over vol schrijven.....’ en daar lagen we allebei in een deuk van het lachen. Hij haalde met zijn pink een stukje Groninger koek tussen de tanden weg en stak van wal: ‘kijk, je deelt een duif in verschillende onderdelen als: evenwicht, pluimkwaliteit, rug, oog en vleugelkwaliteiten in. Ongeveer net zo als het kaartje van een keuring op de tentoonstelling. Dat zijn de exacte zaken. Waarbij ook nog de conditie van dat moment en die is buitengewoon belangrijk! Een duif niet in conditie, zal op al die uitgesproken exacte eigenschappen minder scoren, dan wanneer hij vorm heeft. En dan is er nog het snaveltrekken en het wringen. Dat is naast de spierkwaliteit een beetje mijn handelsmerk geworden. Deze zichtbare kwaliteiten zijn dus eigenlijk eenvoudig te beoordelen. Maaarrrr.... die moet je dan wel weer combineren met eigenschappen die minder zichtbaar zijn en die je te weten kunt komen door observatie en nog eens observatie; in het hok, maar ook in het spel en de kweek. En alle gegevens die je daardoor te weten komt goed wegschrijven en beschikbaar houden.’ De melker. Daarom is het weer de melker die het meest van de duiven weet. Dit omdat hij de duiven vaak en met regelmaat ziet. Daarom zou ikzelf ook nooit mijn duiven door een ander laten keuren want ....dan geef je je voorsprong weg. Je moet dan als melker natuurlijk wel goed en meestal breed kijken en ook goed je verkregen informatie wegschrijven en vastleggen . Pas als je na jaren ploeteren gaat beseffen dat je het nooit zelf gaat leren... dan wordt het tijd om iemand van buitenaf te consulteren. Daarnaast kan het natuurlijk nooit kwaad om naast je persoonlijke mening, die van een ander te horen. Coaches? ‘GJB of Nico de duivencoach ?’vroeg ik. Piet: ‘Nou bijvoorbeeld.... Je kunt van GJB zeggen wat je wilt, maar hij is er wel veel mee bezig, en zeker, dan ontwikkel je een bepaalde feeling die je een voorsprong geeft op de gemiddelde melker. Daar komt nog bij dat iemand van buiten altijd die “frisse blik” heeft. Op de site van "de Duivencoach" kun je lezen, dat hij er veel van weet, maar ook, dat hij het weet over te brengen op de liefhebber. En vooral, dat hij kan insteken op het niveau en/of de behoefte van de melker. En dat is een vaardigheid op zich, waar een liefhebber veel aan kan hebben. Informatie, waar geen behoefte aan is, die komt niet binnen, Je moet de mensen geven wat ze zoeken. Dan komt het pas echt binnen. Omdat ze er open voor staan; omdat ze het willen weten! Dus zoek maar uit, voor mij is het geen concurrentie want ik ben er dan al niet meer!’ De Passie van de melker. Piet : ‘heel belangrijk is ook de passie en het talent van de melker. Eigenlijk is dit alles waar het om draait. Een duif moet goed zijn, maar om succes te hebben moet de liefhebber het ook willen en kunnen. Die passie, om daar een goed voorbeeld van te geven moeten we even ver vooruit in de tijd naar eind November 2020 (in dromen zijn de gekste dingen mogelijk; Piet de Weerd overleed op zaterdag 4 juli 2009)). Direct na het overlijden van Diego Maradonna wordt er een film over zijn leven vertoond. Een geweldige film over het leven van dit super talent. In het begin ervan zie je een interview met de 14 of 15 jarige Maradonna. Er word hem gevraagd wat hij zou willen bereiken. (Dit is overigens een vraag, die elke liefhebber zichzelf zou moeten stellen.) Tijdens het geven van het antwoord op deze vraag lijkt het wel of er een waas over zijn gezicht glijdt. Onder de verschenen dromerige uitdrukking op zijn gezicht smeult de passie in hem en hij vertelt dat hij met voetbal zijn brood wil verdienen en als dat lukt zou hij ook een huis voor zijn ouders willen kopen. Verder deed hij het niet voor het geld, dat was wel mooi maar er waren veel belangrijkere drijfveren voor hem. Ja, de eer en de roem dat was heel belangrijk. En er was nog iets: als je het veld ingaat en het spel begint, valt alles van je af. Niets is meer belangrijk en het hier en nu van het spel, lijkt de verbinding met de rest van je leven af te snijden. Ellende, ruzie, pech, geluk of ongeluk bestaan niet meer. Je staat in het veld en er is voetbal. Al het andere doet er niet meer toe. In gesprek met de God van het voetbal is er geen ruimte voor andere dingen dan het spel op dat moment en dat is zo ongelooflijk mooi. Het tilt je op en neemt je mee. Wat zou er van het talent van Maradonna terecht zijn gekomen als hij niet die passie voor het voetbal had gevoeld? ‘ Dromen. ‘Kijk en zo zit het ook met de toppers onder de duivenmelkers. Ze dromen erover; allemaal! En ze doen er alles voor. Niets is ze te gek’. Het verhaal over Maradonna deed me onwillekeurig denken aan de vele uitspraken van duivenliefhebbers als ze over hun hobby vertellen. Het mooie van de duivensport en de omgang met hun duiven. Ze stappen hun hok in en verdwijnen in hun eigen wereld. Weg van alle beslommeringen . Je kent het wel, ze stappen het hok binnen en alles valt van hen af. Problemen op het werk, met geld of in de relatie of gedoe met vrienden of collega’s het verdwijnt en ze worden een met hun duiven en de tijd vliegt om. Als ze uit het hok komen is het alsof ze net wakker zijn geworden en afstand hebben genomen, waardoor alles weer anders en minder problematisch lijkt. Ook dromen duivenliefhebbers over superkoppels en ketting uitslagen en super verkopen en ga zo maar door.’ Plotseling stond Piet op. De taxi kwam er alweer aan. Hij had drie uur voor onze afspraak uitgetrokken en direct aansluitend de taxi terug besteld. Hij gaf me weer een hand en voor ik er goed en wel erg in had was hij alweer vertrokken. Einde droom. Het was nogal intensief, direct na het opstaan die droom opschrijven . Het is nu 12.30 uur en ik zit tussen de vliegdoffers nog een beetje na te sudderen. Tot mijn spijt heb ik niet gedroomd dat Piet mijn duiven heeft bekeken. Dat vind ik wel erg jammer want wat zien ze er weer mooi uit die doffers. Mijn humeur stijgt met de minuut. Als ik goed over mijn droom nadenk is het eigenlijk helemaal niet zo erg dat Piet mijn duiven niet heeft kunnen bekijken, want het is mij nu duidelijk geworden, dat ik zelf de kenner ben van mijn eigen duiven. Wat een rare dag! Hij begon met een selectiedroom en nu zit ik hier tussen mijn droom selectie.
|
<<< Terug |